maandag 20 april 2015

Verhuisje boompje feestje...

Eigenlijk begon het in november… maar er ging wel wat aan vooraf…
Sinds we naar Lent verhuisden, kwam het kopen van een eigen huis geregeld ter sprake, maar we waren het er niet over eens. Marcel wilde graag kopen en dan het liefst in de stad. Een appartement, lekker in het centrum, op loopafstand van alle gezelligheid en ‘diensten’…
Hoewel ik in eerste instantie mijn twijfels had over kopen, met de ervaringen uit het verleden, wilde ik daar toch wel over nadenken. Maar… ik was daar vrij duidelijk in.. ik wil pas over een jaar of 6 richting de stad. Nu nog lekker genieten van een ruim huis en de tuin.

Toch kwam op een bepaald moment bij mij de omslag. Wanneer en waarom?
Dat eigen huis bleef toch steeds een onderwerp van gesprek. Ik wilde ook echt wel in de toekomst naar de stad. Kon me wel verheugen op alles om de hoek… en toegegeven: dat valt in Lent toch wel een beetje tegen. Meer dan een supermarkt en kapper hebben we daar niet.

Al pratende en zoekende op internet kwamen we tot de conclusie, dat een appartement in de stad wel te vinden is, maar daar hangt een prijskaartje aan. En laat dat prijskaartje op dit moment dan ‘te betalen’ zijn, over 5 jaar kan dat maar zo heel anders zijn. Nu is de rente aantrekkelijk, de huizenprijzen laag… maar over 5 jaar? Veel lager zal het niet worden, eerder hoger. En dat zou kunnen betekenen, dat we er in de toekomst alleen over kunnen dromen. Je weet het niet….
Bovendien stijgen de huurprijzen ieder jaar en wooo… dat liegt er niet om. Natuurlijk heeft huren z’n voordelen, maar daar hangt ook een prijskaartje aan.

Mijn argument van ‘lekker veel ruimte’ in ons huidige huis ging een beetje tegen me spreken, toen bleek, dat we de kamers boven vooral gebruikten als opslag. Hoe vaak zaten we er nou werkelijk? Lekker op m’n werkkamer frøbelen… ja soms, maar meestal beneden aan de eettafel. En Marcels bureau bleef ook meestal ongebruikt. Dus toegegeven: 4 slaapkamers met z’n 2en is best veel.

En dan m’n tuin. De meesten die over onze verhuisplannen horen, vragen zich bezorgd af of ik mijn tuin niet vreselijk ga missen. Een begrijpelijke reactie, want dat was één van mijn argumenten om niet nu te verhuizen. En ja, ik zal hem soms missen…. Gewoon puur voor de gezelligheid van het buiten zitten.
Nog niet zo heel lang geleden hebben we de tuin aangepakt, gezellig gemaakt, klaar om te genieten. Maar wat bleek: ik genoot een paar weken per jaar van het mooie weer op mijn bankje, maar als het op tuinieren aankwam, zonk de moed me in de schoenen. Ik had er gewoon geen zin in. Hoe heb ik ooit een tuin van 240m² onderhouden? Deze, 60m², moet dan toch een fluitje van een cent zijn? Nou niet dus. De keiharde kleigrond maakt me moedeloos. Na een flinke regenbui zakt het water amper weg, laat staan als het een paar dagen regent. Een deel van de planten verdronk, ondanks onze pogingen om de afwatering te verbeteren. Nee, er is geen lol aan. En alles in mij zegt nu, dat ik deze tuin kan missen als kiespijn. De praktijk moet uitwijzen of dat werkelijk zo gaat zijn. Ik durf de uitdaging aan. Op Pinterest ben ik al druk op zoek naar ideetjes om ons balkon gezellig te maken.

Hoe meer we over ‘kopen’ spaken, hoe enthousiaster ik werd en zo kwam het, dat we in november serieus bezichtigingen planden. En we keken naar meerdere ‘vormen’. Oude benedenwoningen met een tuintje, een gerenoveerd appartement met enorm terras en nieuwere appartementen.
Eén appartement, dat met dat grote terras, bekeken we meerdere keren en bijna overwogen we een bod uit te brengen. Bijna… want ergens voelde er iets niet goed en dat hield ons tegen. En toen we eenmaal besloten, dat dat het niet ging worden waren we opgelucht… dus de goede beslissing.

De oude benedenwoningen waren een duidelijke nee. Klemmende deuren, oude ramen die niet open konden, een kil souterrain, koude kamers… daar hadden we beiden echt geen zin in. Voor ons geen klushuis.

Het appartement aan de Mariënburg, waar we bijna gaan intrekken, was Marcel al een paar keer opgevallen en ook de makelaar droeg die aan als optie. Ik wimpelde het steeds af. Vreselijk!
Toen ik tot tranen toe geïrriteerd was, omdat Marcel hem toch steeds ter sprake bracht, dacht ik: laten we maar stoppen met zoeken en in Lent blijven.
Eenmaal gekalmeerd besloot ik, dat we toch maar een keer moesten gaan kijken dan. Door de vreselijke rode keuken heen kijken… en dat balkon… was toch niet groot genoeg? Ik moest gewoon mijn koppigheid opzij zetten en dan maar ter plekke laten zien, waarom dat appartement niet geschikt was.
Het grappige was, dat we parkeerden aan de achterkant en van daaruit het appartement en balkon zagen en Marcel op dat moment zei: zullen we maar afbellen? Dit wordt niks! Ja duh… nou gaan we ook gewoon wel hè!

En het wonderlijke gebeurde: ik viel als een blok! Niet normaal. Toen we door het hek van de hoofdingang de binnentuin inliepen voelde ik rust. Jee, dit ziet er mooi uit. En eenmaal boven (vier hoog) in het appartement werd ik eerst stil en toe enthousiast. Jee… dat had ik niet zien aankomen. Het uitzicht was mooi, de kamer licht, de keuken rood (haha echt rood-rood), de badkamer netjes, de slaapkamer groot genoeg en de afwerking prima. En het balkon viel reuze mee.
De raderen draaiden en op dat moment was ik enthousiaster dan Marcel. Hij durfde niet zo goed enthousiast te zijn denk ik, om mij niet te pushen.
Na de bezichtiging gingen we even koffie drinken in de stad (om de hoek ;)) en Marcel was duidelijk geamuseerd omdat ik zo enthousiast was.
In gedachten had ik de keuken al vervangen, de kamer ingericht en mijn stoeltje op het balkon gezet… maar ik moest mijn enthousiasme temperen. Even de indrukken laten bezinken en dan over een poosje een tweede bezichtiging plannen en kijken of ik nog steeds zo blij word van het appartement.
Zo gezegd zo gedaan en mijn gevoel bleef. Ik zag ons er al helemaal wonen. Maar ja… zover waren we nog lang niet.

Na de nodige gesprekken bij de man van de hypotheek, berekeningen, uitzoeken van alle kosten, wensen, mogelijkheden… hebben we uiteindelijk een bod gedaan. Na overleg met onze makelaar wisten we natuurlijk waar we dan ongeveer op uit zouden moeten komen. Uiteindelijk waren we er op de dag voor Kerst uit met de verkopers. Maar dan moet alles nog op papier, vóór 1 januari, en dat valt met al die feestdagen niet mee, maar ook dat lukte. En toen was het wachten op de bank… wachten… wachten… totdat we uiteindelijk op 23 januari opgelucht konden ademhalen!

(wordt vervolgd)