woensdag 31 januari 2024

Hoofdpijn

(2 januari 2024)

Er stond een berichtje op mijn voicemail: of ik de huisarts wilde terugbellen voor een afspraak over mijn migrainemedicatie. Bam!

De afgelopen maanden heb ik váker hoofdpijn en slik ik meer medicatie. Ik realiseer me dat en zoek excuses. Het valt nog wel mee, druk op werk, verhuisstress. Ik ga rekenen en zoek op internet naar de ‘regels’ voor gebruik. Wat is normaal? Wat is het maximum aantal? Ik schrik. Zit ik boven de max? Zo ja, dan kan je medicatie-afhankelijkheidshoofdpijn krijgen. Heb ik dat? Ja, ik heb vaker hoofdpijn. De laatste dagen is het erg.

Na het weekend bel ik de huisarts om een afspraak te maken. Volgende week dinsdag. Mijn hoofd draait overuren. Heb ik medicatie-afhankelijkheidshoofdpijn? Ik ben al bijna overtuigd dat ik dat heb. Ik lees over 2 maanden cold turkey stoppen en twee weken continu hoofdpijn als ontwenningsverschijnsel. Ik weet hoe 2 dágen hoofdpijn zonder medicatie voelt… maar twee weken? Twee weken op bed, van voren niet weten dat je van achter nog leeft. Het zweet breekt me uit en mijn hoofdpijn neemt toe. Zal ik wel of geen pil nemen? Ik durf niet meer, maar na een paar uur zwicht ik. Zo’n pijn. Vier dagen op rij gaat het zo. ’s Morgens is de hoofdpijn bijna weg en functioneer ik redelijk. ’s Middags neemt het toe en ’s avonds bereikt de pijn het hoogtepunt. Met een hete douche probeer ik verlichting te zoeken, in bed lig ik te woelen en uiteindelijk neem ik toch weer een pil.


Ik krijg de pijn letterlijk en figuurlijk niet uit mijn hoofd. Ik zoek naar andere plausibele redenen voor het toenemende gebruik. De hectiek van het afgelopen half jaar: verhuizing naar tijdelijk appartement waar we ons niet fijn voelen, verhuizing van mijn 86-jarige moeder, mijn vader in het verpleeghuis met veel ziekenhuisbezoeken, werkproblemen van manlief, uitstel van de oplevering van ons nieuwe appartement… Moet ik nog doorgaan?

Ook mijn levensstijl neem ik onder de loep. In ons tijdelijke huis koken we te weinig ‘gezond’, ik snoep teveel drop, drink te weinig water, slaap te kort.

Maar ik krijg de medicatie-afhankelijke hoofdpijn niet uit mijn gedachten. Dat moet het zijn. Ik weet het zeker! Ik huil. Mijn man kijkt met lede ogen toe en op de vierde hoofdpijnavond zegt hij: je wacht niet tot volgende week. Morgen ga je naar de huisarts. Dit kan zo niet langer. Ik knik. Dit kan zo niet langer.

De volgende ochtend kunnen we terecht en het voelt als het zwaard van Damocles. Ik voel de hoofdpijn al weer opkomen. De huisarts legt uit waarom hij me wilde zien: toenemend gebruik van triptanen. Ja ik snap het. Ik knak. Tranen. Bang voor wat ik ga horen. Zeg het maar… ik moet stoppen… cold turkey…
Hij probeert me gerust te stellen. Hij snapt dat alle stressfactoren de oorzaak kunnen zijn. En ja, ik gebruik ‘best veel’ medicatie, maar het is nog niet hopeloos.

Na een fijn gesprek en met een recept voor medicatie die het aantal aanvallen moet verminderen gaan we naar huis. Ik voel de pijn in mijn nek wegtrekken en de hoofdpijn neemt af… Zou het echt? Heb ik mezelf die 4 dagen hoofdpijn bezorgd door de stress om het huisarts bezoek? Ik huil… van opluchting dit keer.

donderdag 25 januari 2024

Nat

(27 november 2023)

We kunnen er niet omheen. Regen. Al wekenlang komt het met bakken uit de lucht. Ik heb een hekel aan regen. Niet alleen als het regent, maar ook als het weer droog is. Water dat uit de lucht valt of water dat al gevallen is. Regenplassen… ik heb ook een hekel aan regenplassen.

Het is zo nat, dat ik de auto pak om mijn man en twee volle boodschappentassen bij de supermarkt op te pikken. Een eindje vóór mij rijdt een auto met haast. Op de stoep loopt een jonge man, die, zo lijkt het, even tussen de buien door boodschappen gaat doen. Ik zie dat de auto voor mij door een plas rijdt. Het water spat hoog op en mijn blik schiet meteen naar de voetganger. Opgelucht haal ik adem, als blijkt dat hij de waterval ontspringt. Zelf slalom ik behendig om de plas heen.
Wat heb ik een hekel aan chauffeurs, die zich niet om lopende of fietsende medeweggebruikers bekommeren. Waarom niet even vaart minderen als zo’n grote plas opduikt. Kleine moeite toch? Zelf doe ik er alles aan om te zorgen dat iedereen die ik passeer droog blijft. Dat is toch gewoon niet meer dan normaal?

Als je erop let, valt het op, dat je veel opspattend water ziet en dat voetgangers met gevaar voor een nat pak, het verkeer trotseren. Bij een bushalte zie ik passagiers verschrikt een stap achteruit zetten en op de Waalbrug is een fietser net snel genoeg om een douche te voorkomen.


Een jaar of 15 geleden had ik bedacht, dat het leuk was om met een crosshybride fiets (een kruising tussen racefiets en mountainbike) te gaan toeren. Door de bossen en over rustige binnenwegen. Zo ook die maandag. Ik reed over een steenslag fietspad langs een modderige zandweg. Het was droog, althans… het regende niet en het fietspad was prima begaanbaar. Ik had het naar mijn zin. Niet te warm en niet te koud, weinig wind, heerlijk!

Achter mij hoorde ik een auto naderen. Ik fietste vrolijk door en op het moment dat ik de grote modderige plas zag, was het al te laat: ik werd bedolven onder een enorme hoos van modderig koud water. Dus niet alleen mijn linkerbeen, -arm en -zij, nee alles en dan bedoel ik ALLES was nat. Het bruine water droop uit mijn haren, mijn grijs met lichtblauwe outfit was bruin, water in mijn schoenen. Geen enkel droog plekje meer.

Versuft stond ik naast mijn fiets, van de auto was al niets meer te bekennen. Niet even stoppen, geen sorry… niks! En de chauffeur móet het gemerkt hebben, dat kan niet anders. Ik was boos, verbaasd, stómverbaasd. Dit dóe je toch niet? Ik zou me kapot schamen, de fietser helpen, een lift geven… iets! Behalve als ik zeker wist dat het déze chauffeur was, die op de stoep bij een plas liep. Ik zou gas geven en nog net iets dichter naar de stoeprand gaan rijden. Splatsj! Ja jij begon!