donderdag 25 januari 2024

Nat

(27 november 2023)

We kunnen er niet omheen. Regen. Al wekenlang komt het met bakken uit de lucht. Ik heb een hekel aan regen. Niet alleen als het regent, maar ook als het weer droog is. Water dat uit de lucht valt of water dat al gevallen is. Regenplassen… ik heb ook een hekel aan regenplassen.

Het is zo nat, dat ik de auto pak om mijn man en twee volle boodschappentassen bij de supermarkt op te pikken. Een eindje vóór mij rijdt een auto met haast. Op de stoep loopt een jonge man, die, zo lijkt het, even tussen de buien door boodschappen gaat doen. Ik zie dat de auto voor mij door een plas rijdt. Het water spat hoog op en mijn blik schiet meteen naar de voetganger. Opgelucht haal ik adem, als blijkt dat hij de waterval ontspringt. Zelf slalom ik behendig om de plas heen.
Wat heb ik een hekel aan chauffeurs, die zich niet om lopende of fietsende medeweggebruikers bekommeren. Waarom niet even vaart minderen als zo’n grote plas opduikt. Kleine moeite toch? Zelf doe ik er alles aan om te zorgen dat iedereen die ik passeer droog blijft. Dat is toch gewoon niet meer dan normaal?

Als je erop let, valt het op, dat je veel opspattend water ziet en dat voetgangers met gevaar voor een nat pak, het verkeer trotseren. Bij een bushalte zie ik passagiers verschrikt een stap achteruit zetten en op de Waalbrug is een fietser net snel genoeg om een douche te voorkomen.


Een jaar of 15 geleden had ik bedacht, dat het leuk was om met een crosshybride fiets (een kruising tussen racefiets en mountainbike) te gaan toeren. Door de bossen en over rustige binnenwegen. Zo ook die maandag. Ik reed over een steenslag fietspad langs een modderige zandweg. Het was droog, althans… het regende niet en het fietspad was prima begaanbaar. Ik had het naar mijn zin. Niet te warm en niet te koud, weinig wind, heerlijk!

Achter mij hoorde ik een auto naderen. Ik fietste vrolijk door en op het moment dat ik de grote modderige plas zag, was het al te laat: ik werd bedolven onder een enorme hoos van modderig koud water. Dus niet alleen mijn linkerbeen, -arm en -zij, nee alles en dan bedoel ik ALLES was nat. Het bruine water droop uit mijn haren, mijn grijs met lichtblauwe outfit was bruin, water in mijn schoenen. Geen enkel droog plekje meer.

Versuft stond ik naast mijn fiets, van de auto was al niets meer te bekennen. Niet even stoppen, geen sorry… niks! En de chauffeur móet het gemerkt hebben, dat kan niet anders. Ik was boos, verbaasd, stómverbaasd. Dit dóe je toch niet? Ik zou me kapot schamen, de fietser helpen, een lift geven… iets! Behalve als ik zeker wist dat het déze chauffeur was, die op de stoep bij een plas liep. Ik zou gas geven en nog net iets dichter naar de stoeprand gaan rijden. Splatsj! Ja jij begon!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten