maandag 2 november 2020

Met tikkende breinaalden op de bank

Een eeuwigheid geleden schreef ik hier mijn laatste bericht. Nou ja eeuwigheid: ruim een jaar. En daar zijn genoeg redenen voor te bedenken, maar het is vooral een kwestie van inspiratie en de tijd nemen. De inspiratie was er misschien wel voor foto's, maar niet zoveel voor tekst. En de tijd nemen... tja... ik heb genoeg tijd om te schrijven, maar ik gebruik die tijd voor andere 'leuke dingen' en daar hoort ook nietsdoen bij ;)


Wollig

Nu ik in deze corona-tijd het breien weer heb opgepakt, leek het mij een leuk idee om mijn breisels aan jullie te showen. In mijn studententijd heb ik heel wat truien gebreid en ook daarna vond ik het ook nog heerlijk om 's avonds met tikkende breinaalden op de bank te zitten. Op een gegeven moment ben ik ermee gestopt en bleef mijn verzameling breinaalden onaangeroerd en de la liggen.


In september kwam de nieuwe hobby-collectie van Søstrene Grene uit en die was dit keer helemaal toegespitst op breien, haken en borduren. Ik zag de mooie kleuren van het garen en besloot, dat het weer eens tijd werd om een trui te breien. Ik had er echt zin in, dus kocht het garen zodra het in de winkel lag. Mijn keuze viel op twee kleuren (crème en terra) wol-bamboe garen. 70% wol/ 30% bamboe. Even wennen, want je steekt vrij makkelijk in de draad, omdat deze onregelmatig is. Maar na een paar centimeter ben je aan het garen gewend.

Vergeet ik nog te vertellen, dat ik al die jaren als student zonder patroon heb gewerkt. En nu dus ook.
Voor de liefhebbers zal ik aan het eind van dit bericht proberen uit te leggen hoe ik mijn eigen patroon 'maak'.



Aan de slag!

Vol enthousiasme begon ik met het voorpand (met blokjespatroon) en dat ging als een speer. Het achterpand ging zo mogelijk nog vlotter. Hierin zat geen blokjespatroon, dus kon ik praktisch zonder nadenken mijn toertjes draaien. Na de mouwen stortte ik me op de hals en dat vind ik altijd een dingetje. Met vier naalden zonder knop en een zwaar pakket dat eraan hangt... pfff... Maar ik zag natuurlijk mijn trui ontstaan en dus ging ik vrolijk verder. 


Vanmorgen heb ik het laatste stukje van mijn wintertrui in elkaar genaaid en kon ik hem eindelijk passen! Wat kan je daar blij van worden en wat geeft het veel voldoening: een zelfgemaakte trui die na heel wat uurtjes breien eindelijk af is! En hij is gelukt! Is ie perfect? Nee vast niet. Er zijn ongetwijfeld een paar dingetjes die anders/beter hadden gekund, maar ik ben blij met het resultaat.  Dus laat de temperatuur maar zakken! Het is 2 november, maar vandaag was het 20 graden... ietsjes te warm... ;)


Tussendoortje

Als ik een doe-het-zelf project oppak zie ik graag snel resultaat. Een hele trui is dan een behoorlijke oefening in geduld. Maar om mijn ongeduld niet teveel op de proef te stellen, heb ik tussendoor nog een muts gebreid. Gewoon om even iets snel af te hebben. Ja ik ben een beetje gek. I know.



Voor de liefhebbers probeer ik nu een uit te leggen hoe ik mijn selfmade-patroon aanpak:

Ik brei een proeflapje van de wol en ik pak een trui van mezelf als voorbeeld voor de te breien trui. Met het voorbeeld bepaal ik hoe breed ik de trui wil hebben en hoe lang hij moet worden. Aan de hand van het proeflapje weet ik het aantal steken voor de breedte en tijdens het breien houd ik de lengte in de gaten.

Voor de hals meet ik de breedte van de opening van de voorbeeldtrui en bepaal of dat de juiste wijdte is voor de trui. Ik tel hoeveel steken de breedte moet zijn en hoeveel naalden voor de 'diepte' van de hals. Bv. 16 naalden... dan kan je aan de halszijde 8 keer steken afkanten (iedere tweede toer). Zo puzzel en reken ik en meestal pakt het goed uit. 

Als voor en achterpand af zijn, maak ik deze bij de schouders aan elkaar, doe de panden over mijn hoofd en kijk waar de schouder uitkomt op de bovenarm en meet vanaf daar met gebogen arm (over de elleboog) hoe lang de mouw moet worden.
Bij de voorbeeldtrui meet ik de wijdte onder de oksel (het breedste deel van de mouw) en reken uit met hoeveel steken ik de mouw (het breedste deel) moet eindigen. Met het boord van het voorpand meet ik om mijn pols hoe wijd ik het mouwboord wil maken. In dit geval waren dat 44 steken. Bovenaan de mouw moest ik naar 68 steken. Na het boord (8 cm) moest ik nog 44 cm mouw breien. Daardoor kon ik elke 10de toer aan beide zijden 1 steek meerderen om op 68 steken te komen. 

Als ook de mouwen af zijn, gebruik ik 4 naalden zonder knop om de steken voor de hals op te nemen. Met deze naalden brei ik rond tot de juiste breedte van het boord. In dit geval werd het een col van ca. 15 cm. Tegenwoordig zijn de naalden zonder knop korter dan 'vroeger' en dan gebruik je er beter 5 dan 4. Een rondbreinaald kan ook handig zijn, mits die niet te lang is.

Tot slot naai ik de trui in elkaar en werk alle loshangende draden af. En eerlijk is eerlijk: dat is de meest vervelende klus van het breien! 

En uh... je kunt natuurlijk ook op zoek gaan naar een website met patronen. Daar verkopen ze vaak ook de wol die ze in het voorbeeld gebruiken.

Tot slot nog even dit: ik word niet gesponsord door Søstrene Grene. Het is mijn werkgever, maar ik heb alle wol zelf gekocht.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten