woensdag 21 mei 2014

hardlopers zijn doodlopers...

Sinds een maand of wat heb ik de draad van buiten hardlopen weer opgepikt. Lekker in de buitenlucht. Met als doel, de 10 km tijdens de Marikenloop 2014 in Nijmegen (18 mei) sneller te lopen, dan 2 jaar geleden in Rotterdam. Ik ben geen fanatieke hardloper hoor. Gewoon af en toe een stukkie. Tijdens mijn 'trainingen' (eigenlijk is dat een te groot woord voor mijn activiteit) loop ik tegenwoordig een rondje van 7 km. Dat red ik net zeg maar, dus dan is 10 km wel een uitdaging.

In Rotterdam ben ik destijds na lang twijfelen van start gegaan. Geveld door een kuitblessure had ik de maanden ervoor bijna niet gelopen, dus leek meedoen me volstrekt zinloos, gedoemd te mislukken. Bovendien had ik nog nooit 10 km gelopen...!! De dag ervoor twijfelde ik nog steeds, maar onder aanmoediging van Marcel heb ik mijn startnummer opgehaald, compressiekousen gekocht om mijn kuiten te ondersteunen en ben ik ervoor gegaan. Ik was dan ook stomverbaasd, dat ik zonder één moment te stoppen onderweg de 10 uitliep in een tijd van 1.06 en een beetje. Ja ik was moe, maar dat werd volledig weggeblazen door blijdschap, trots en verbazing...

Mijn doel voor dit jaar was dus om die tijd van Rotterdam te verbeteren. Ook al had ik na Rotterdam nooit meer 10 km gelopen, ik had veel meer getraind (?) dus waarom zou het niet lukken?
Twee weken geleden kreeg ik ineens last van mijn knie. De binnenkant van links. Marcel voelde, vroeg door en dacht dat het wel eens de meniscus kon zijn. Ik, als medische dummy, vroeg me hardop af wat dat is en vooral: kan ik daarmee 10 km hardlopen? Marcels idee om even langs de huisarts te gaan, leek me niet nodig, vooral omdat ik bang was te horen, dat ik de Marikenloop niet mocht lopen.
Ik besloot een paar dagen af te wachten en op de woensdag voor Mariken deed ik een testje. Gewoon even 3 km lopen om te kijken wat mijn knie daarvan vond. Nou mijn knie vond het prima! Geen centje pijn. Niet in mijn knie nee, maar dus wèl in mijn kuit. Ik baalde als een stekker, want de pijn die voelde alsof ik elk moment een spier kon verrekken, herkende ik van 2 jaar geleden... Thuisgekomen heb ik mijn onderdanen meteen in de watten gelegd. Warme douche erop, gemasseerd, ingesmeerd met tantum en te rusten gelegd op een hittepitje. Elke dag was ik me bewust van mijn kuit en de lichte pijn die ik voelde. Het zette niet door, maar het ging ook niet weg. Ik was als de dood dat ik niet zou kunnen lopen, maar probeerde die gedachte te negeren.



De zondag van de loop naderde. Ik dronk een smoothie, at broodjes kaas en werkte vast wat water weg, omdat de temperatuur onverwachts hoog zou worden. Naast mijn kuit, werd ook dàt een uitdaging.
Niet bepaald vol vertrouwen ging ik richting startvak, waar we opgewarmd werden door Annemarie Thomas. De warming-up van mijn vak duurde het langst, want ik stond ik het laatste vak, gebaseerd op mijn Rotterdam-eindtijd. Enigszins gespannen begon ik tijdens het opwarmen te joggen... alle aandacht daarbij gericht op het gevoel in mijn kuit. De opluchting was groot, want ik voelde niets 'engs'. Dat was het moment, dat ik de onzekerheid daarover los kon laten en ik toch nog vrij optimistisch van start ging. So far so good....


Achteraf weet ik, dat ik veel te hard van start ben gegaan en onder andere dàt heeft ervoor gezorgd, dat ik tijdens de loop wel 6 keer dood ben gegaan. Sjees wat ging ik stuk zeg. Niet één keer, niet twee.... Bij 5 km dacht ik "had ik me daar maar voor ingeschreven" en bij 6 was ik dit keer niet blij dat ik over de helft was, nee ik kon alleen maar denken "shit nog 4"... In tegenstelling tot Rotterdam moest ik een paar keer terug naar een stevig wandeltempo om daarna vol frisse tegenzin weer het tempo op te voeren. De laatste twee kilometers waren vreselijk. Pal in de zon met benen die niet vooruit te branden waren... Nog één keer ben ik gewoon gaan lopen, zodat ik mijn laatste beetje energie kon gebruiken om de laatste kilometer door te komen. Een lang recht stuk, met in de verte de finish, die maar niet dichterbij leek te komen. Het enige wat mij op de been hield, was de gedachte aan de medaille. Die wilde ik koste wat het kost verdienen. Ik moest en zou kunnen zeggen, dat ik Mariken uitgelopen heb.
Zelfs op 100 meter voor de finish dacht ik nog "shit nog 100"... Ja zo erg was het. Ik heb met het laatste beetje kracht mijn armen nog wel omhoog gestoken in een poging het eruit te laten zien als juichen. Ik heb het gehaald... vraag me niet hoe, maar het is gelukt!
Eenmaal over de streep nam ik zwalkend een flesje (bar-le-duc geloof ik) in ontvangst en natuurlijk ook mijn medaille!! Maar verder was ik volgens mij alle controle kwijt. Ik plofte ergens op het gras en op datzelfde moment belde Marcel... ben je al (?) binnen? Ja ik was binnen. Hij probeerde mij uit te leggen waar ik hem kon vinden in de veronderstelling dat ik meteen op zijn aanwijzing zijn kant op liep, maar ik kon niet helder denken, had geen idee waar hij was en wilde al helemaal niet opstaan! Ik bel je zo terug schat, eerst zitten en drinken... Na een minuut of vijf voelde ik me goed genoeg om op te staan en ging ik op zoek naar (en vond) Marcel. Ik kreeg Mariken-bloemen, hij haalde een cola (dit keer geen light please) voor me en ik moest natuurlijk even 'vastgelegd' op de foto. Verder wilde ik alleen maar zitten...
Op dat moment kreeg ik het smsje binnen van ChipMail... mijn eindtijd.... Bij lange na niet de tijd van Rotterdam, maar dat verbaasde mij natuurlijk niks... 1.12.20... mmm... misschien toch volgend jaar maar een nieuwe poging doen?? Ik moet er nog even niet aan denken!!!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten